“Een onbegrepen genie geknakt door het Sovjetsysteem”
Zonder enige twijfel is er geen mondiale topdammer geweest wiens kortstondige damcarrière in zoveel nevelen was gehuld als die van Alexander Dibman.
Het is deze maand 30 jaar geleden dat Alexander Dibman zijn in 1986 in Groningen verworven wereldtitel dammen, naar later bleek, succesvol verdedigde tegen Anatoli Gantwarg (Irkoetsk 1987). Daarna zou de toen 25-jarige geneeskundestudent amper meer op hoog niveau acteren. Voor het grote publiek was Dibman vrijwel onbekend. De Leeuwarder Courant kopte op 4 december 1986 “Onbekende Rus Dybman wereldkampioen dammen”.
Voor insiders was Dibman natuurlijk helemaal geen onbekende. Ton Sijbrands was het die al in een al heel vroeg stadium onderkende én gewag maakte dat we van doen hadden met een supertalent. “Voor alle duidelijkheid we hebben hier niet te maken met zo’n talentvol ettertje dat tegen de allersterksten slechts op remise uit is” schreef Sijbrands of woorden van gelijke strekking in zijn serie artikelen “De schier onstuitbare opmars van Alexander Dibman” (DB-magazine augustus 1981 tot en met februari 1982) bij een partijbehandeling van een werkelijk nog piep en piepjonge Dibman tegen een absolute topper. Ik heb de artikelen niet bij de hand en daarom is het citaat uit mijn blote hoofd en zonder twijfel niet correct.
Na zijn match tegen Gantwarg zou Dibman nauwelijks meer aan een (internationaal) damtoernooi deelnemen. Op 8 oktober 1988 sprak Sijbrands in de Volkskrant, voorafgaande aan het wereldkampioenschap dammen in Paramaribo waar Dibman niet tot de deelnemers behoorde, zijn vrees al uit dat Dibman weleens voor de damwereld verloren zou kunnen zijn: “… mocht Dibman inderdaad nooit meer achter het bord plaatsnemen, dan rest ons damliefhebbers de herinnering aan een speler die weliswaar gedurende een korte periode aan de (absolute) top stond, maar wiens spel zo sterk tot de verbeelding sprak dat hij niettemin als één der grootsten de geschiedenis zal ingaan…”
We keren terug naar het WK dammen 1986 in Groningen.
Omdat ik één van de mensen was die in de nog niet gedigitaliseerde damwereld de gespeelde zetten ten behoeve van de toeschouwers op het demonstratiebord mocht plaatsen (waar ik danig mee in mijn nopjes was) maakte ik Dibman “van nabij” mee. Eén beeld is altijd op mijn netvlies gegrift gebleven, sterker nog het greep mij bij de keel. Heel ruim, twee tot drie kwartier voor aanvang van elke ronde zat er één speler moederziel alleen al achter zijn bord in een verder nog volledig uitgestorven speelzaal: Alexander Dibman. Dibman maakte hierop één uitzondering. In de slotronde tegen de Braziliaan José Leandro, waarin hij na later bleek de wereldtitel zou grijpen, betrad hij op het allerlaatste moment de speelzaal zonder twijfel om alle aandacht te ontlopen.
Een zelf gekozen isolement?
Zeker het is een feit dat Dibman zich volledig voor alles en iedereen afzonderde. Twee citaten: Toernooidirecteur Johan Zwanepol “Vanochtend heb ik heel lang met hem gesproken want voor het eerst in al die weken kwam hij in de ontbijtzaal en zei: goedemorgen” en Gantwarg tijdens de slotceremonie in Groningen namens de spelers een dankwoord uitsprekend “Omdat de wereldkampioen niet veel praat richt ik als ex-kampioen het woord tot u”.
Grappig? In een ander perspectief was het ronduit wrang.
Gantwarg vertelde er bijvoorbeeld niet bij dat alle Russische spelers en de voltallige Russische delegatie (de afvaardiging van Russische bobo’s was, voor die tijd te doen gebruikelijk, buitengewoon ruim) gedurende de volle drie weken in Groningen Dibman volledig hebben genegeerd. Van je landgenoten moet je het maar hebben.
Dibman die begin jaren tachtig driemaal (1983,1984 en 1986) het toentertijd algemeen als het sterkst bezette damtoernooi ter wereld (kampioenschap van de Sovjet-Unie) op zijn naam schreef weigerde in de pas te lopen van de Russische autoriteiten. Als de ideeën en opvattingen van een topspeler niet overeenkwamen met die van de één of andere apparatsjik werd men simpelweg niet naar het buitenland afgevaardigd. Enkele dagen voor het WK in Groningen was er nog grote onduidelijkheid over Dibman’s deelname (Sinds 1980 was Dibman niet meer in Nederland geweest). Veelvuldig stuurde men in het verleden, na een eerste toezegging, doodleuk een ander Rus. Men kon er in 1986 eenvoudigweg niet meer onderuit.
Eind jaren tachtig ging het met Dibman mentaal bergafwaarts, uiteindelijk gevolgd door een langdurige opname in een psychiatrische kliniek in Leningrad (het huidige Sint-Petersburg). Zoals Gep Leeflang in een krantenartikel over Dibman (Leidse Courant 15 juli 1992) juist opmerkte: “In de periode waarin hij in de kliniek verbleef, koos in de Sovjetunie niemand vrijwillig voor psychische behandeling. De omstandigheden in dergelijke klinieken waren mensonterend. Dybman zelf maakte in Minsk dan ook duidelijk mishandeld te zijn”.
Traditiegetrouw verliet Dibman na elke ronde steeds razendsnel de speelzaal. Behalve na zijn winst in de slotronde toen hij de talloze felicitaties en een ovationeel applaus van honderden toeschouwers wel in ontvangst moest nemen. Daags na zijn behaalde titel schreven de dagbladen zinnen als “Dibman ondergaat wereldtitel emotieloos” en “Dibman wereldkampioen dammen zonder een spier te vertrekken”. Helemaal volgens de waarheid was dat niet. Na Leandro’s opgave heb ik voor het eerst, weliswaar een korte maar bevrijdende lach op Dibman’s gezicht gezien. Bij het verlaten van de speelzaal na de slotronde werd Dibman gevolgd door een NOS-cameraman en een zwaarlijvige geluidsman die het moordende tempo waarmee Dibman de trappen van de Martinihal afdaalde met geen mogelijkheid kon bijbenen. Een vermakelijk en triest beeld tegelijk.
Het zal u onderhand niet meer verbazen dat na zijn overwinning op Leandro geen enkele Russische speler of – delegatielid Dibman met zijn behaalde wereldtitel feliciteerde. En wat te denken van het misselijkmakend wegwerpgebaar dat de Russische delegatieleider Kuzmin maakte toen iemand van de organisatie t.b.v. de sluitingsceremonie een foto van Dibman inlijstte. Bij de prijsuitreiking en persconferentie was Dibman wel aanwezig (In Rusland bleef hij weleens weg). Op vragen reageerde Dibman bedachtzaam en kort. Eén vraag tijdens de persconferentie: “Waar was u al die jaren”. Dibman na lang nadenken: “Het antwoord op die vraag is niet interessant”.
Een door mij gekoesterd relikwie -Dibman’s naambordje- 31 jaar geleden na de slotronde door mij ontvreemd. Bij deze mijn excuses, goed wel wat laat.
Nooit eerder ervoer ik een grotere euforie bij een sportgebeurtenis dan toen Alexander Dibman in Groningen op 3 december 1986 wereldkampioen dammen werd. Néé ook niet toen drie jaar eerder FC Groningen in een Europees duel, in de mooiste voetbalwedstrijd die ik “live” heb mogen meemaken, Atletico Madrid met 3-0 (Ron Jans, Erwin Koeman en Jan van Dijk) van de mat speelde. Néé en ook niet omdat Dibman’s magistrale zege mij maar liefst vierentwintig flessen bier opleverde (weddenschap met Siep Buurke).
Groningen 3 december 1986. Alexander Dibman, buiten de Martinihal gefotografeerd na zijn behaalde wereldtitel, spoedt zich naar zijn hotel. Onmiskenbaar met een lichte twinkeling in zijn ogen. Missie volbracht.
Alexander Dibman, een speler die nota bene voorafgaande aan het WK toernooi in Groningen nimmer met een grootmeestertitel was beloond, werd op 3 december 1986 wereldkampioen dammen. Héél voorzichtig geformuleerd volledig tegen de stroom in. Alleen al daarom was zijn triomf zo fenomenaal en groots.
Wie schrijft een mooi artikel over Dibman, gelardeerd met partijfragmenten en foto’s, voor De Problemist? Betalen kunnen we niets, maar we kunnen wel alle mensen die dat willen het nummer van DP met het artikel digitaal toesturen.
Ik zou zo’n artikel fantastisch vinden (en alle DP-lezers met mij!).
Heb Dybman in 1992 ontmoet en gefotografeerd. vele sneldampartijtjes met hem gespeeld.
Schreef een verhaal als reactie dat er niet doorkwam, dus opnieuw.Hoop dat ik Alexander nog een keer kan ontmoeten om iets uit te praten.
In 1992 heb ik Dybman twee maal ontmoet bij damclub Hiltex. Ik vertelde hem dat hij de beste dammer ooit was en we konden het onmiddellijk goed vinden met elkaar. Ook meteen vele sneldampartijtjes; op 1 benauwde remise na werd ik vakkundig ingemaakt. Ik maakte een paar foto’s van Alexander. Hij was heel vriendelijk, gekleed in een pak dat enige maten te groot was. Toen gebeurde er iets dat ik nog altijd betreur. Ik liet Alexander foto’s zien van George Clinton| Funkadelic. Dat vond hij prachtig en er zou snel een concert komen met George. Ik beloofde hem mee te nemen. Maar het concert was uitverkocht en Dybman wist ik niet te bereiken. Hij was begrijpelijk boos hierover. Dybman heb ik helaas nooit meer gezien. Misschien…
mooi geschreven stuk ! vroeger toen Kees Romijn nog in Haarlem woonde en ik bij hem regelmatig op bezoek kwam was hij het die aan mij partijen van Dybman liet zien en was daar erg onder de indruk van Kees zei moet je zien wat een mooie stijl en ik moet eerlijk bekennen dat ik indertijd niet het inzicht had wat hij precies bedoelde al zag ik wel een aantal partijen die er leuk uitzagen maar alles bekijk je anders zonder enig inzicht in materie .Niet zo lang geleden een aantal partijen opnieuw bekeken met de door jarenlang opgebouwde kennis en daardoor meer inzicht kon ik toch beter zien wat een grootheid Dybman was ik dacht toen ook hoe zou bv Ton Sijbrands naar zo een partij kijken tenslotte heeft elk inzicht ook zijn gradaties en het was niet voor niets dat Ton snel zag dat Dybman uitzonderlijk was tenslotte wil ik Kees Romijn een compliment geven dat hij dit toendertijd zo snel zag waar ik zelf alleen nog dansende schijven op een bord zag !
In ieder geval was de belachelijke plusremise destijds nog niet van toepassing. Er werd gewoon goed gedamd. Ook liepen de spelers in 1986 nog niet rond met smartphones in de hand tijdens een partij.
Dibman’s liefhebbende ouders zijn beiden arts en zijn vrouw is verpleegster, dus je kunt er rustig van uitgaan dat Sasha destijds in een eerste klas kliniek is opgenomen en niet in een van die beruchte martelplaatsen voor politiek dissidenten. 😉
Mooi verhaal. Maar het is me nog steeds niet echt duidelijk waarom Dybman zo door zijn landgenoten werd genegeerd…
In 1986 heb ik verschillende Russische spelers en officials gesproken. Daarbij viel het mij ook op dat men, de Russen, zo’n collectieve hekel aan Dybman had. Een foto van Dybman die op tafel lag werd zelfs demonstratief omgedraaid. Ik meen door Koeperman. Op mijn vraag waarom vertelde hij mij dat Dybman zich volledig van de Russische ploeg had gedistantieerd en dat hij hoopte dat hij niet goed zou spelen. Dat hij wereldkampioen werd was voor de Russen een pijnlijke zaak. Men had nog liever een Nederlander als wereldkampioen gezien. Dybman wou ook duidelijk niets met zijn ploeggenoten te maken hebben, opmerkelijk dat zo’n vorm van individueel gedrag in de Sovjet-Unieperiode mogelijk was. Volgens Koeperman was Dybman volstrekt onhandelbaar. Doordat Dybman ook niets zei is nooit duidelijk geworden hoe een en ander gekomen is. Zelf heb ik Dybman later nog eens getroffen in Sint Petersburg. Daarover heb ik een artikel geschreven die gepubliceerd is in het tijdschrift “Dammen”van Ton Sijbrands. Ook toen zei Dybman weinig, maar dat kan ook voor een deel te maken hebben met zijn opname in een psychiatrisch ziekenhuis.
Koeperman en Gantwarg hadden een hekel aan élke grootmeester die niet meedeed aan hun combines. Alexander Mogiljanski, ooit fanatiek betrokken bij Gantwarg’s combinegezelschap, zei in een interview met Jan Wielaard voor Ton Sijbrands’ blad Dammen van juni 1990 dat de jonge grootmeesters Dybman, Virni en Tsjizjov nooit partijen hebben ‘gekocht’ of ‘verkocht’.
Volgens Mogiljanski was Slawa Sjtsjogoljev een van de belangrijkste slachtoffers van het vals spel van Koeperman en Gantwarg. In zijn boek over de kampioenschappen van de USSR schrijft Sjtsjogoljev over Dybman onder meer:
“Zijn optreden in de internationale arena kwam weliswaar enigszins laat, hetgeen het resultaat was van de intriges van sportambtenaren. De opdrachtgever is niet moeilijk te vinden, hij moet worden gezocht onder de dammers.”